Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Och, dat ik in de woestijn een [2]herberg der wandelaars had, zo zou ik mijn volk verlaten, en van hen trekken; want zij zijn allen overspelers, een [3]trouweloze hoop. 2. Zie Jes.24:20. 3. Hebreeuws, hoop, of vergadering der trouwelozen. Anders: [op] den verbodsdag; [dat is, zelfs op de bijzonderste feestdagen] handelen zij trouwelooslijk; zie Lev.23:36.